Verordening (EG) nr. 515/97 wordt als volgt gewijzigd:
1) | Artikel 2, lid 1, wordt als volgt gewijzigd:
|
2) | Artikel 12 wordt vervangen door: „Artikel 12 Onverminderd artikel 51 kan informatie, waaronder documenten of de voor eensluidend gewaarmerkte afschriften daarvan, verklaringen, alle besluiten of beslissingen van administratieve autoriteiten, verslagen en alle inlichtingen, die door de ambtenaren van de aangezochte autoriteit in de in de artikelen 4 tot 11 bedoelde gevallen van bijstand zijn verkregen en aan de verzoekende autoriteit zijn verstrekt, toelaatbaar bewijsmateriaal vormen, op dezelfde wijze als wanneer zij zouden zijn verkregen in de lidstaat waarin de procedure plaatsvindt, in:
|
3) | Artikel 16 wordt vervangen door: „Artikel 16 Onverminderd artikel 51 kunnen gegevens, waaronder documenten of de voor eensluidend gewaarmerkte afschriften daarvan, verklaringen, alle besluiten of beslissingen van de administratieve autoriteiten, verslagen en alle inlichtingen, die door de ambtenaren van de verstrekkende autoriteit in de in de artikelen 13 tot en met 15 bedoelde gevallen van bijstand zijn verkregen en aan de ontvangende autoriteit worden verstrekt, toelaatbaar bewijsmateriaal vormen, op dezelfde wijze als wanneer zij zouden zijn verkregen in de lidstaat waarin de procedure plaatsvindt, in:
|
4) | Artikel 18bis wordt als volgt gewijzigd:
|
5) | Het volgende artikel wordt ingevoegd: „Artikel 18quater De Commissie stelt door middel van uitvoeringshandelingen bepalingen betreffende de meldfrequentie, het formaat van de gegevens in de CSM's en de wijze van overdracht van de CSM's vast. Deze uitvoeringshandelingen worden uiterlijk 29 februari 2016 volgens de in artikel 43bis, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.”. |
6) | De volgende artikelen worden ingevoegd: „Artikel 18quinquies 1. De Commissie creëert en beheert een bestand van gegevens („bestand van invoer-, uitvoer- en doorvoergegevens”) over:
Het bestand van invoer-, uitvoer- en doorvoergegevens wordt bijgehouden als nader omschreven in de bijlagen 37 en 38 van Verordening (EEG) nr. 2454/93 van de Commissie (13). De Commissie reproduceert systematisch gegevens uit de bronnen die door de Commissie worden geëxploiteerd op grond van Verordening (EU) nr. 952/2013 in het bestand van invoer-, uitvoer- en doorvoergegevens. De lidstaten kunnen de Commissie gegevens verstrekken over goederendoorvoer binnen een lidstaat en rechtstreekse uitvoer, afhankelijk van de beschikbaarheid van gegevens en de IT-infrastructuur van de lidstaten. Voor de toepassing van deze verordening kunnen de door de Commissie aangewezen diensten en de in artikel 29 bedoelde nationale autoriteiten kunnen het bestand van invoer-, uitvoer- en doorvoergegevens gebruiken om gegevens te analyseren en gegevens in het bestand van invoer-, uitvoer- en doorvoergegevens te vergelijken met CSM's die zijn gemeld in het kader van het CSM-bestand, en kunnen zij informatie uitwisselen over de resultaten. 2. Het bestand van invoer-, uitvoer- en doorvoergegevens is toegankelijk voor de in artikel 29 bedoelde nationale autoriteiten. Bij de Commissie zijn alleen de daartoe aangewezen analisten bevoegd om de in bestand van invoer-, uitvoer- en doorvoergegevens opgeslagen gegevens te verwerken. De lidstaten hebben rechtstreeks toegang tot:
De bevoegde autoriteiten die in het in artikel 23, lid 1, bedoelde douane-informatiesysteem gegevens hebben ingevoerd of die overeenkomstig artikel 41ter in het in artikel 41bis, lid 1, bedoelde referentiebestand van onderzoeksdossiers op douanegebied gegevens uit een onderzoeksdossier hebben ingevoerd, hebben toegang tot alle gegevens in het bestand van invoer-, uitvoer- en doorvoergegevens die betrekking hebben op die invoering of dat onderzoeksdossier. 3. Verordening (EG) nr. 45/2001 is van toepassing op de verwerking van persoonsgegevens door de Commissie in verband met de in het bestand van invoer-, uitvoer- en doorvoergegevens opgenomen gegevens. De Commissie wordt beschouwd als een verantwoordelijke voor de verwerking in de zin van artikel 2, punt d), van Verordening (EG) nr. 45/2001. Het bestand van invoer-, uitvoer- en doorvoergegevens wordt onderworpen aan voorafgaande controle door de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming overeenkomstig artikel 27 van Verordening (EG) nr. 45/2001. De gegevens in het bestand van invoer-, uitvoer- en doorvoergegevens mogen opgeslagen worden gedurende een periode van maximaal vijf jaar, die, indien gerechtvaardigd, met twee jaar kan worden verlengd. 4. Het bestand van invoer-, uitvoer- en doorvoergegevens bevat niet de bijzondere categorieën van gegevens in de zin van artikel 10, lid 5, van Verordening (EG) nr. 45/2001. De Commissie treft alle passende technische en organisatorische maatregelen om de persoonsgegevens te beschermen tegen accidentele of onwettige vernietiging, accidentieel verlies, niet-geautoriseerde verspreiding, wijziging en toegang, alsmede tegen enige andere vorm van ongeoorloofde verwerking. 5. De Commissie en de lidstaten beschermen vertrouwelijke bedrijfsinformatie. De Commissie en de lidstaten passen de hoogste technische, organisatorische en personeelsgerelateerde beveiligingsvoorschriften inzake het beroepsgeheim of een gelijkwaardige vertrouwelijkheidsplicht toe op de door hen aangewezen deskundigen in overeenstemming met het nationaal recht of het recht van de Unie. De Commissie en de lidstaten zorgen ervoor dat aan verzoeken van andere lidstaten om vertrouwelijke behandeling van informatie die via het bestand van invoer-, uitvoer- en doorvoergegevens wordt uitgewisseld, wordt voldaan. Artikel 18 sexties De Commissie kan, in het kader van onderzoeken betreffende de naleving van de douanevoorschriften een lidstaat verzoeken bewijsstukken te verstrekken betreffende invoer- en uitvoeraangiften met betrekking tot welke de marktdeelnemers ondersteunende documenten hebben opgesteld of verzameld. Het in het eerste lid bedoelde verzoek wordt ingediend bij de bevoegde autoriteiten. Indien meer dan één bevoegde autoriteit door een lidstaat is aangewezen, specificeert deze lidstaat welke overheidsdienst verantwoordelijk is voor het beantwoorden van het verzoek van de Commissie. Een lidstaat zal binnen een termijn van vier weken vanaf de ontvangst van het verzoek van de Commissie:
(13) Verordening (EEG) nr. 2454/93 van de Commissie van 2 juli 1993 houdende vaststelling van enkele bepalingen ter uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad tot vaststelling van het communautair douanewetboek (PB L 253 van 11.10.1993, blz. 1).”." |
7) | Artikel 21, lid 1, wordt vervangen door: „1. De bevindingen en gegevens die voortvloeien uit de in artikel 20 bedoelde communautaire missies, met name in de vorm van door de bevoegde autoriteiten van de betrokken derde landen ter beschikking gestelde documenten, alsmede de informatie die in de loop van een administratief onderzoek wordt verkregen, ook door de diensten van de Commissie, worden overeenkomstig artikel 45 behandeld.”. |
8) | Artikel 23, lid 4, wordt vervangen door: „4. De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 43 gedelegeerde handelingen vast te stellen ter bepaling van de verrichtingen in verband met de toepassing van de landbouwvoorschriften waarvoor gegevens in het DIS moeten worden ingevoerd. Die gedelegeerde handelingen worden uiterlijk op 29 februari 2016 vastgesteld.”. |
9) | Artikel 25, lid 1, wordt vervangen door: „1. De Commissie stelt door middel van uitvoeringshandelingen bepalingen vast met betrekking tot de in het DIS op te nemen gegevens voor elk van de in artikel 24 vermelde categorieën, voor zover zulks voor het doel van het DIS noodzakelijk is. Voor de categorie bedoeld in artikel 24, punt e), mogen geen persoonsgegevens worden ingevoerd. Deze uitvoeringshandelingen worden voor 29 februari 2016 volgens de in artikel 43bis, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.”. |
10) | Artikel 29, leden 1 en 2, wordt vervangen door: „1. Toegang tot de gegevens in het DIS is uitsluitend voorbehouden aan de nationale autoriteiten die elke lidstaat heeft aangewezen, en aan de door de Commissie aangewezen diensten. Die nationale autoriteiten zijn de douaneautoriteiten, maar kunnen ook andere autoriteiten omvatten die uit hoofde van de wetten, regelingen en procedures van de betrokken lidstaat eveneens bevoegd zijn op te treden teneinde het in artikel 23, lid 2, omschreven doel te bereiken. De verstrekkende DIS-partner is gerechtigd om nader te bepalen welke van de in de eerste alinea van dit lid bedoelde nationale autoriteiten toegang hebben tot de gegevens die hij in het DIS heeft opgenomen. 2. Elke lidstaat zendt aan de Commissie een lijst van de aangewezen bevoegde nationale autoriteiten die toegang hebben tot het DIS, waarbij voor elke autoriteit wordt aangegeven tot welke gegevens zij toegang kan hebben en voor welke doeleinden. De Commissie controleert met de betrokken lidstaten of de lijst van aangewezen nationale autoriteiten geen onevenredige aanwijzingen vertoont. Na deze controle bevestigen of wijzigen de betrokken lidstaten de lijst van de aangewezen nationale autoriteiten. De Commissie stelt de andere lidstaten daarvan in kennis. Zij brengt tevens alle lidstaten op de hoogte van de overeenkomstige elementen met betrekking tot haar eigen diensten die bevoegd zijn om toegang te hebben tot het DIS. De lijst van de aldus aangewezen nationale autoriteiten en Commissiediensten wordt door de Commissie ter informatie bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie en latere actualiseringen ervan worden door de Commissie op het internet bekendgemaakt.”. |
11) | Artikel 30 wordt als volgt gewijzigd:
|
12) | De titel van hoofdstuk 4 van titel V, wordt vervangen door: „Hoofdstuk 4 Opslaan van gegevens”. |
13) | Artikel 33 wordt vervangen door: „Artikel 33 De gegevens die in het DIS zijn ingevoerd, worden niet langer bewaard dan nodig is voor het doel waarvoor zij zijn ingevoerd en zij mogen opgeslagen worden gedurende een periode van ten hoogste vijf jaar, die, indien gerechtvaardigd, met twee jaar kan worden verlengd.”. |
14) | Aan artikel 37 wordt het volgende lid toegevoegd: „5. De Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming overlegt met de bij Besluit 2009/917/JBZ van de Raad (14) opgerichte gemeenschappelijke controleautoriteit, waarbij elk van beide handelt binnen de eigen bevoegdheidssfeer, met als doel het toezicht op en audits van het DIS te coördineren. (14) Besluit 2009/917/JBZ van de Raad van 30 november 2009 inzake het gebruik van informatica op douanegebied (PB L 323 van 10.12.2009, blz. 20).”." |
15) | Artikel 38 wordt als volgt gewijzigd:
|
16) | Artikel 41quinquies wordt als volgt gewijzigd:
|
17) | Artikel 43 wordt vervangen door: „Artikel 43 1. De bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie toegekend onder de in dit artikel neergelegde voorwaarden. 2. De in artikel 23, lid 4, bedoelde bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie toegekend voor een termijn van vijf jaar met ingang van 8 oktober 2015. De Commissie stelt uiterlijk negen maanden voor het einde van de termijn van vijf jaar een verslag op over de bevoegdheidsdelegatie. De bevoegdheidsdelegatie wordt stilzwijgend met termijnen van dezelfde duur verlengd, tenzij het Europees Parlement of de Raad zich uiterlijk drie maanden voor het einde van de lopende termijn tegen deze verlenging verzet. 3. Het Europees Parlement of de Raad kan de in artikel 23, lid 4, bedoelde bevoegdheidsdelegatie te allen tijde intrekken. Het besluit tot intrekking beëindigt de delegatie van de in dat besluit genoemde bevoegdheid. Het wordt van kracht op de dag na de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie of op een daarin genoemde latere datum. Het laat de geldigheid van de reeds van kracht zijnde gedelegeerde handelingen onverlet. 4. Zodra de Commissie een gedelegeerde handeling heeft vastgesteld, doet zij daarvan gelijktijdig kennisgeving aan het Europees Parlement en de Raad. 5. Een overeenkomstig artikel 23, lid 4, vastgestelde gedelegeerde handeling treedt alleen in werking indien het Europees Parlement noch de Raad daartegen binnen een termijn van twee maanden na de kennisgeving van de handeling aan het Europees Parlement en de Raad bezwaar heeft gemaakt, of indien zowel het Europees Parlement als de Raad voor het verstrijken van die termijn de Commissie heeft medegedeeld daartegen geen bezwaar te zullen maken. Die termijn wordt op initiatief van het Europees Parlement of de Raad met twee maanden verlengd.”. |
18) | De volgende artikelen worden ingevoegd: „Artikel 43bis 1. De Commissie wordt bijgestaan door een comité. Dat comité is een comité in de zin van Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad (15). 2. Wanneer naar dit lid wordt verwezen, is artikel 5 van Verordening (EU) nr. 182/2011 van toepassing. Artikel 43ter Voor 9 oktober 2017 evalueert de Commissie:
(15) Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren (PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13).”." |
19) | In artikel 53 wordt de volgende alinea ingevoegd: „Voor vervoerders die op 8 oktober 2015 gebonden zijn door privaatrechtelijke contractuele verbintenissen die de nakoming van hun meldingsverplichting beschreven in artikel 18bis, lid 4, in de weg staan, wordt deze verplichting van toepassing op 9 oktober 2016.”. |